Categorieën
Netwerk nieuws Nieuws

Sigaretten niet minder betaalbaar geworden, ondanks tabaksaccijns

De accijnsverhogingen die in Nederland plaatsvonden tussen 2010 en 2020 blijken onvoldoende te zijn geweest om roken minder betaalbaar te maken. Dat blijkt uit onderzoek van Universiteit Maastricht (UM), vandaag gepubliceerd in Nicotine & Tobacco Research. Hoewel de prijs van een pakje sigaretten jaarlijks licht steeg, nam ook het inkomen van Nederlanders toe, waardoor de betaalbaarheid van tabak in tien jaar tijd vrijwel gelijk is gebleven. Dat terwijl accijnsverhoging een zeer effectieve maatregel is om roken te ontmoedigen. Naast structurele, jaarlijkse accijnsverhogingen van voldoende formaat, zouden beleidsmakers daarom ook een standaard correctie voor toegenomen koopkracht moeten meenemen.

Tot nu toe onvoldoende accijnsverhoging

 De onderzoekers van de Universiteit Maastricht geven aan dat om roken daadwerkelijk minder betaalbaar te maken, het cruciaal is dat accijnsverhogingen niet alleen groot genoeg zijn, maar ook met enige regelmaat plaatsvinden, bijvoorbeeld jaarlijks.

“Het doel van accijnsverhogingen is dat mensen minder gaan roken, doordat tabak minder betaalbaar wordt. Dat levert gezondheidswinst op”, zegt onderzoeker Cloé Geboers, verbonden aan UM en het Trimbos-instituut. “De geplande verhogingen in 2023 en 2024 van elk ongeveer 1 euro zijn daarmee een goed begin.”

De onderzoekers benadrukken dat het daarbij belangrijk blijft om accijnsverhogingen te combineren met andere maatregelen. Vooral om groepen te ondersteunen die meer moeite hebben om te stoppen met roken.

Voldoende draagvlak

De meerderheid van de Nederlanders is voorstander van het verhogen van accijnzen op tabak, om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken (80%) en om rokers te stimuleren om te stoppen (76%). Dat blijkt uit het jaarlijkse draagvlakonderzoek tabaksontmoediging, uitgevoerd door Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (2022).

Om roken daadwerkelijk terug te dringen pleit Gezondheidsfondsen voor Rookvrij voor structurele jaarlijkse accijnsverhogingen van minimaal 10%, gecombineerd met een standaard correctie voor toegenomen koopkracht.